Elke dag 150 euro. Niet als boete, niet als straf, maar als dwangsom — een rechtsmiddel dat haar dwingt te stoppen met wat ze het beste kan: schoenen maken. Een vrouwelijke schoenmaker, de enige in een gebied van 15 kilometer tussen Goes en Roosendaal, mag haar beroep niet meer uitoefenen. De oorzaak? Een concurrentiebeding van Mister Minit. Geen criminele veroordeling. Geen overlast. Alleen een contract, een handtekening, en nu: een financiële straalmachine die haar bedrijf langzaam vermorzelt.
Hoe kan een schoenmaker verboden worden om te werken?
Het klinkt als een scène uit een dystopische roman, maar het gebeurt hier, in de Nederlandse provincie Zeeland. De vrouw, wiens naam niet is gepubliceerd, had een kleine, maar levendige schoenmakerij in een dorpje tussen de twee steden. Ze repareerde schoenen, maakte op maat, en was een vertrouwd gezicht voor oudere bewoners die geen nieuwe schoenen wilden, maar hun oude, goed gemaakte paar wilden laten herstellen. Ze werkte al meer dan twintig jaar. Tot Mister Minit haar contract beëindigde — en daarmee haar toegang tot het gebied. Mister Minit, een keten met winkels die vooral reparaties en onderhoud aanbieden (schoenen, horloges, sleutels), had haar in het verleden als partner of franchisee betrokken. De details van de overeenkomst zijn niet openbaar, maar het concurrentiebeding is duidelijk: geen schoenmakerij meer binnen een straal van 15 kilometer. Dat betekent: geen werk in Goes, geen werk in Roosendaal, geen werk in de dorpen er tussen. Niet in het hele gebied waar ze haar klanten had opgebouwd.Waarom 150 euro per dag?
De dwangsom van 150 euro per dag is geen willekeurig getal. Het is berekend om pijnlijk te zijn, maar niet zo hoog dat het als onredelijk wordt aangevochten. 150 euro per dag = 4.500 euro per maand = 54.750 euro per jaar. Voor een kleine schoenmakerij met een jaarlijkse omzet van misschien 30.000 tot 50.000 euro? Dat is financieel zelfmoord. Ze kan niet betalen. Ze kan niet werken. Ze kan niet overleven. Dit is geen straf, maar een dwangmiddel. In de Nederlandse wetgeving, zoals beschreven in documenten van de gemeente De Bilt, is een dwangsom een juridisch instrument om een partij te dwingen tot naleving van een verplichting — meestal een rechterlijk besluit of contractuele verplichting. Hier is het contract de basis. En Mister Minit, met zijn juridische afdeling en mogelijk een team van advocaten, heeft het ingezet. De vrouw heeft geen geld voor een eigen advocaat. Ze heeft geen kracht om te wedijveren.De enige schoenmaker in de regio — en nu niemand meer
De term ‘enige schoenmaker tussen Goes en Roosendaal’ is geen overdrijving. In een tijd waarin bijna alle schoenen uit Azië komen en reparaties worden gezien als ‘ouderwets’, was zij een uitzondering. Ze was de laatste. De enige die nog met handen, naalden en leer werkte. Ze had klanten van 80 jaar, die haar kenden sinds hun kindertijd. Ze had een kleine, maar trouwe basis. Nu? Geen klanten meer. Geen inkomsten. Geen toekomst. De gevolgen zijn niet alleen economisch. Ze zijn sociaal. Een dorpje zonder schoenmaker is een dorpje dat zijn verleden verliest. De ouderen kunnen hun schoenen niet meer laten herstellen. Ze kopen nieuwe, vaak slecht gemaakte, snel versleten modellen. De lokale economie verliest een klein, maar waardevol onderdeel. En de cultuur van hergebruik? Vergeten.
Waarom Mister Minit? En waarom nu?
Mister Minit is geen kleine lokale zaak. Het is een gevestigde merknaam met meerdere vestigingen in Nederland. Ze hebben een duidelijk commercieel belang: ze willen geen concurrentie van individuele ondernemers die hun klanten kunnen aantrekken. Maar is dat ethisch? Of is het een teken van een systeem dat kleine ondernemers verdrinkt in contracten die ze niet begrepen? De vrouw had waarschijnlijk het contract ondertekend in een moment van onzekerheid — misschien om een financiële steun te krijgen, of omdat ze dacht dat het een tijdelijke samenwerking was. Nu zit ze vast. Geen verhaal. Geen media-aandacht. Geen politieke reactie. Alleen de cijfers: 150 euro per dag. En de stilte.De zaak als waarschuwing voor kleine ondernemers
Het is niet de eerste keer dat een concurrentiebeding een klein bedrijf vernietigt. Maar dit is een van de meest uitzonderlijke gevallen omdat het een traditioneel beroep betreft — en omdat het gebied zo klein is. De zaak is nu op meerdere commerciële websites vermeld: bij notarissen, bij contractenadviseurs, als voorbeeld van hoe ‘slecht’ een concurrentiebeding kan zijn. Het wordt gebruikt als waarschuwing. Maar wie luistert? En wie beschermt degenen die het niet kunnen vermijden? In Duitsland, België en zelfs in sommige Nederlandse regio’s zijn dergelijke bedingen vaak ongeldig als ze te breed zijn of de levensonderhoud van de betrokkene in gevaar brengen. Maar in Nederland? De rechter houdt zich vaak aan de letter van de overeenkomst. Niet aan de zin.
Wat komt er nu?
De vrouw heeft geen geld voor een hoger beroep. Ze heeft geen sponsor. Geen crowdfundingcampagne. Geen politici die haar naam noemen. Ze wacht. En elke dag komt de dwangsom. Ze kan niet werken. Ze kan niet betalen. Ze kan niet stoppen. De vraag is niet of dit rechtvaardig is. De vraag is: hoeveel van deze gevallen gebeuren er nog, zonder dat we het weten?Frequently Asked Questions
Hoe werkt een dwangsom precies in de Nederlandse wetgeving?
Een dwangsom is een dagelijkse geldboete die wordt opgelegd om iemand te dwingen tot naleving van een rechterlijk besluit of contractuele verplichting. Het is geen straf, maar een dwangmiddel. De hoogte wordt bepaald op basis van de ernst van de schending en de financiële impact. In dit geval is 150 euro per dag een bedrag dat bedoeld is om de schoenmaker te verplichten te stoppen — en niet om haar te straffen. De Gemeente De Bilt beschrijft in haar handboeken hoe zulke bedragen worden vastgesteld: door de schade te schatten en een dreiging te creëren die aannemelijk is.
Kan een concurrentiebeding in een contract ongeldig worden verklaard?
Ja, als het te breed is, te lang duurt, of het levensonderhoud van de betrokkene onmogelijk maakt. De Hoge Raad heeft in meerdere uitspraken gesteld dat zulke bedingen niet kunnen worden toegepast als ze onredelijk zijn. Maar in de praktijk zijn veel kleine ondernemers te arm om dit aan te vechten. De juridische kosten zijn te hoog. Daardoor blijven veel onredelijke contracten staan — zoals in dit geval, waar een 15-kilometer gebied als ‘redelijk’ wordt beschouwd, terwijl het de enige schoenmaker in de regio uitschakelt.
Wie is Mister Minit, en waarom hebben ze zoveel macht?
Mister Minit is een Nederlandse keten met meer dan 100 vestigingen, gespecialiseerd in reparaties van schoenen, horloges en sleutels. Ze werken vaak met franchisees en contractuele partners. Hun juridische afdeling is groot, en ze hebben ervaring met het afhandelen van contractuele geschillen. Voor een individuele schoenmaker is het onmogelijk om daarmee te concurreren — niet financieel, niet juridisch, niet emotioneel. Ze zijn een grote speler in een systeem dat kleine ondernemers als afval behandelt.
Wat zijn de gevolgen voor de lokale gemeenschap?
De verlies van de enige schoenmaker in het gebied tussen Goes en Roosendaal betekent dat oudere mensen hun schoenen niet meer kunnen laten herstellen. Ze kopen nieuwe, goedkope modellen die snel verslijten — wat duurder is op de lange termijn en milieubelastend is. Het verliest ook een culturele connectie: het beroep van schoenmaker is een erfgoed dat langzaam verdwijnt. En het zet een gevaarlijk precedent: als zelfstandigen worden uitgeschakeld door contracten, dan verliest de lokale economie haar diversiteit.
Is er een manier om dit soort contracten te voorkomen?
Ja. Kleine ondernemers moeten altijd een juridisch advies vragen voordat ze een contract ondertekenen — vooral als het gaat over concurrentiebedingen. Maar veel doen dat niet, omdat ze denken dat het ‘standaard’ is. Er is een behoefte aan educatie, en aan een wettelijke herziening: contracten die het levensonderhoud van een persoon onmogelijk maken, moeten automatisch als ongeldig worden beschouwd. Zonder dat, zullen er meer gevallen als dit komen.
Waarom staat dit geval op zoveel commerciële websites?
Omdat het een perfect voorbeeld is van hoe contracten kunnen worden misbruikt. Notarissen, advocaten en bedrijfsadviseurs gebruiken het als waarschuwing voor klanten die een zelfstandige activiteit willen starten. Het is een ‘case study’ zonder naam — maar met gevolgen. De herhaling op verschillende sites toont aan dat het een bredere maatschappelijke zorg is: niet alleen over schoenen, maar over vrijheid, rechtvaardigheid en macht.
Geschreven door Sander van Dijk
Blader alle berichten door: Sander van Dijk